Even een echo maken. Het klinkt zo normaal, maar wat houdt het precies in? Er zijn diverse soorten echo’s, denk alleen al aan een groei- of termijnecho. In dit artikel leggen we je uit wat een echo is, hoe vaak je een echo moet laten maken en met elke andere echo’s je te maken kan krijgen.
Wat is het?
Tijdens het maken van een echo wordt er ultrageluid via hoogfrequente golven verzonden, waarmee de organen in het lichaam zichtbaar worden. De organen kaatsen de betreffende golven terug en dit wordt zichtbaar op een scherm. Dit is door het menselijk oor niet te horen. Er wordt gekeken naar de hoeveelheid vruchtwater, plaats van de placenta en de groei van het kind.
Inwendig
Een dunne transducer – een sensor – wordt via de vagina ingebracht. Een inwendige echo wordt veelal in het begin van een zwangerschap gedaan, omdat de transducer daardoor dichter bij de baarmoeder komt met een beter beeld als resultaat. Na de eerste 10 á 12 weken wordt er vaak gekozen voor een uitwendige echo.
Uitwendig
Dit is de echo zoals je hem waarschijnlijk voorstelt. Er wordt een doorzichtige gel op de buik aangebracht. Via een ontvanger-zender gaat de echoscopiste er overheen. Op het scherm zie je het kind in de baarmoeder.
Waar kan je terecht?
De echo wordt vaak in de praktijk van een verloskundige of een echoscopisch centrum gemaakt.
Welke soorten echo’s zijn er en wanneer vinden die plaats?
1. De termijnecho wordt tussen de 10 – 12 weken zwangerschap gemaakt om de exacte bevallingsdatum te bepalen. Deze datum staat ook op de zwangerschapsverklaring. Die verklaring heeft je partner nodig om zwangerschapsverlof aan te vragen. Ook kan je dan zien of je zwanger bent van één of meer kinderen.
2. Sinds september 2021 wordt er ook een medische echo aangeboden. Deze is rond de 13 weken van de zwangerschap. Tijdens de echo wordt gekeken naar lichamelijk afwijkingen van het ongeboren kind. Deze medische echo is niet verplicht en wordt volledig vergoed door de zorgverzekering.
3. De 20-weken echo biedt meer inzicht in de ontwikkeling van de organen van het kind. Je kind wordt gecheckt of het een open ruggetje of schedeltje heeft. Daarnaast wordt ook de groei en de hoeveelheid vruchtwater gecontroleerd. Deze echo is een betrouwbare manier om ernstig aangeboren afwijkingen te ontdekken.
4. Een groei-echo wordt vaak tussen 22-40 weken zwangerschap gemaakt. Dit is een groeicontrole om te kijken of het kindje goed groeit. Dit kan op verzoek van de verloskundige meerdere keren gedaan worden.
5. Een vroege echo komt voor rond de 6-7 weken zwangerschap wanneer er sprake is van vermoedelijke complicaties of twijfel zwangerschapsduur.
6. Indien er rond 35 weken zwangerschap vermoed wordt dat het kindje niet met het hoofd naar beneden ligt, wat nodig is voor een goede bevalling, wordt er een liggingsecho gemaakt.